Niet meer vers
Eerst zwavelgele, later bruinzwarte, ruig viltige hoed, 5-30 cm breed.
Aan de onderkant crèmekleurige tot olijfgroene buisjes in een hoekige of doolhofachtige structuur, bruinig aan de binnenkant en vaak wat getande rand. Sporen wit.
Steel bruinachtig, centraal maar kan ook ontbreken. Ruikt wat zurig.